Wettelijke bepalingen
Je vindt alle wettelijke bepalingen in:
- het Koninklijk Besluit (KB) van 18 juli 2002
- de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) van 8 oktober 2007 – oprichting Sociale Maribel
De Maribel is de financiering van loonkosten en dient in de eerste plaats om bijkomende tewerkstelling te creëren. Hiermee komt de Maribel tegemoet aan de noden in de non-profitsector door de werklast te verminderen en de kwaliteit van zorg-, hulp- en dienstverlening te verbeteren.
De sociale partners en de federale regering onderhandelden ten tijde van de regering De Haene (1989) over deze maatregel en maakten zo een budget vrij voor de non-profitsector.
Je vindt alle wettelijke bepalingen in:
De Maribel wordt gefinancierd via patronale bijdragen die de werkgevers storten aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Elke werknemer die ten minste halftijds tewerkgesteld is in de sector geeft per kwartaal recht op een forfaitaire bijdragevermindering. Deze bijdrageverminderingen worden afgehouden van de patronale bijdragen en hiermee bouwt de RSZ de Maribeldotatie op. Deze stort zij vervolgens door aan de Maribelfondsen, en die verdelen op hun beurt de middelen onder de organisaties.
De raad van beheer van elke (sub)sector beslist over de verdeling van de dotatie. Deze raad van beheer is samengesteld uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties.
De economische herstelwet van 2009 zorgt voor een bijkomende dotatie door een deel van de bedrijfsvoorheffing voor werkgevers vrij te stellen. Momenteel bedraagt de vrijstelling 1%.
Dit is de fiscale Maribel. De fiscus stort via de RSZ de middelen door aan de Maribelfondsen. Deze worden berekend op basis van de loonmassa en variëren dus maandelijks.
Halverwege de eerste maand van elk kwartaal krijgen werkgevers voor hun Maribelwerknemers een voorschot uitbetaald. Eindigt de jaarlijkse afrekening met een positief saldo, dan wordt dit bijgestort. Een negatief saldo dient binnen de maand terugbetaald te worden.
Op de afrekening staan alle gepresteerde uren en loonkosten à rato van de Maribel (QBis). Met deze gegevens berekent het fonds het bedrag waarop je recht hebt.
Alle werkgevers bezorgen per kwartaal via de DmfA de loon- en arbeidstijdsgegevens van hun werknemers. Voor de werknemers die ten laste staan van de Maribel moeten enkele bijkomende gegevens worden doorgegeven. Het is heel belangrijk dat het veld Qbis in de DmfA correct wordt ingevuld voor elke werknemer ten laste van het fonds. In dit veld Qbis komen de uren per week ten laste van de Maribel . Enkel zo kan een correcte afrekening opgemaakt worden.
Het fonds gebruikt deze gegevens:
Wil je weten hoe de samenstelling van de prestaties en de loonkost in elkaar zit? Neem dan zeker hier een kijkje.
Hieronder vind je visuele fiches terug die enkele procedures van de Maribel op een eenvoudige manier voorstellen:
Op dit overzicht vind je alle werknemers die je aan ons en via de DmfA hebt doorgegeven.
Iets niet correct? Een wijziging of aanvulling? Bezorg ons dan de nodige documenten zodat we jouw dossier kunnen aanpassen en/of pas de Qbis aan in de DmfA.
Het Excelbestand bestaat uit 3 tabbladen:
Deze documenten kan je invullen en doorsturen via Extranet:
Als je de toegekende functie(s) wilt wijzigen, dien je aan te vragen aan het Fonds met het formulier F06 – AANVRAAG FUNCTIEWIJZIGING.
Wil je een nieuwe werknemer opgeven? Gebruik het formulier F07 – INLICHTINGENFICHE WERKNEMER. Exclusief voor het fonds 318.02.
Meld elke wijziging in de Maribeltewerkstelling met het formulier F10 – WIJZIGINGEN TEWERKSTELLING WERKNEMER, vb. ontslag, schorsing , wijziging van de arbeidstijd,…
Als je een deel van de loonkosten kan recupereren via een andere weg (vb. Vlaams Opleidingsverlof, Vlaamse Ondersteuningspremie, tussenkomst arbeidsongevallenverzekering,…) geef je dit door met het formulier F12 – DUBBELE SUBSIDIES.
Doet er zich een fusie, overname of splitsing voor? Vul het formulier F02 – HERSTRUCTURERING in.
Als het bankrekeningnummer wijzigt, gebruik je het formulier F11 – NIEUW BANKREKENINGNUMMER.
Een structurele arbeidsvolumedaling meld je met het formulier F01 – ARBEIDSVOLUMEDALING. Meer info lees je hieronder.
Elke werkgever die Maribelmiddelen krijgt, dienst jaarlijks een rapport aan het fonds te bezorgen. Het rapport omvat een vragenlijst over de besteding van de middelen en een overzicht van de invulling.
De werkgevers moeten dit jaarrapport ter goedkeuring voorleggen aan de werknemersvertegenwoordiging binnen de organisatie (ondernemingsraad, comité voor preventie en bescherming op het werk, syndicale delegatie). Als je organisatie niet over een overlegorgaan beschikt, bekijk je de overlegprocedure bij het betrokken fonds.
Het fonds bundelt de resultaten en legt dit voor op de raad van beheer.
Het Fonds controleert het arbeidsvolume van de organisaties.
Het fonds controleert jaarlijks het arbeidsvolume van elke organisatie door de tewerkstellingscijfers van het jaar x te vergelijken met het jaar x-1 en x-2.
Concreet: het arbeidsvolume van 2023 wordt vergeleken met dat van 2022 en 2021.
Bij een daling ten opzichte van de twee voorgaande jaren vraagt het fonds een verantwoording op. Een daling kan conjunctureel en/of structureel zijn.
De sociale partners bespreken de verantwoording op de raad van beheer. Als de verantwoording niet (volledig) wordt aanvaard kan het fonds middelen (al dan niet gedeeltelijk) terugvorderen.
Werkgevers zijn verplicht om het fonds vooraf op de hoogte te brengen van elke structurele daling in het arbeidsvolume van hun organisatie.
Enkele voorbeelden:
Tijdelijke wijzigingen in het personeelsbestand zoals tijdskrediet en thematisch verlof dienen niet aan het fonds gemeld te worden.
De melding kan via het Extranet met het Formulier F1. De werkgevers vullen volgende gegevens in over de daling:
De beheerders beoordelen de meldingen op basis van volgende criteria: